Ik wil nog even terugkomen op mijn partij uit de 4e ronde De directe winst die ik miste had als variant 20.Pf5! Pxd2 21.Lxf7+! Txf7 22.Ph6+ Kh8 23.Pxf7+ Kg8 24.Pxe5 en wit heeft een dame gewonnen. Dan was natuurlijk niet het leuke mat ontstaan. Dat matbeeld heet het mat van Anastasia. De naam komt uit een novelle van W.Heinse, Anastasia and Chess (1803), nog een kleine aanvulling op het onderwerp schaken en literatuur. Het mat wordt nog iets fraaier als het wordt ingeleid door een dameoffer op h7. Zet bijvoorbeeld in de slotstelling een witte dame op h3, een zwarte pion op h7, en voor de rechtvaardigheid een zwarte dame op bijvoorbeeld b6. Er volgt 1.Pe7+ Kh8 2.Dxh7+ Kxh7 3.Th4 mat!
Mijn plan om te genieten van een goede nachtrust werd wreed verstoord door mijn buren, die midden in de nacht bedachten dat Hilversum alive ook betekent awake. Maar goed om half negen opgestaan, ontbijt met koffie en sinaasappelsap, ontbijtkoek in mijn tas om verder de ochtend door te komen, en op naar Lapershoek. Mijn tegenstander voor de zondagochtend is Chess Queen Zhaoqin Peng. Ik was daar wel blij mee, ik hoopte in de eerste ronde al tegen haar te mogen spelen. Dit keer was ik op tijd om de klok in te drukken, en vijf minuten later zag ik Zhaoqin met haar koffer op weg naar de toernooizaal. In de opening lukte het mij haar via 1.c4 e6 toch in een Damegambiet te lokken, en wel de Ragozinverdediging, een combinatie van d7-d5 en Lf8-b4. Vroeger begreep ik hier niets van. Het enige wat ik wist van het boekje van Euwe uit 1961 waren de eerste 11 zetten van de variant, die Zhaoqin speelde. In 1987 speelde ik samen met Pieter Tolk ter gelegenheid van HSG 100 jaar een consultatiepartij tegen Genna Sosonko. Sosonko heeft het Ragozinsysteem jarenlang gespeeld, bijvoorbeeld in een beroemde partij tegen Kasparov. In 2011 is een heel boek aan het Ragozinsysteem gewijd, geschreven door Barsky. Dit boek lag ’s nachts niet onder mijn kussen, maar wel in de buurt. De partij verliep tamelijk rustig. Zhaoqin maakte geen haast met de minderheidsaanval op de damevleugel (b4-b5), en voorkwam dat ik echte kansen zou krijgen op de koningsvleugel. Lastig voor mij was haar opmars h4-h5, en uiteindelijk leverde de aanval op de damevleugel een pion op. Door tegendruk langs de tweede lijn wist ik stand te houden, en achteraf blijkt dat ik in plaats van me mat te laten zetten remise had kunnen afdwingen. De witte koning moet namelijk op de velden g1 en g2 blijven, en kan niet ontsnappen aan het eeuwig schaak. Vanaf zet 47 heb ik niet meer genoteerd, dus heb ik de partij moeten reconstrueren. In werkelijkheid heb ik een aantal zetherhalingen weggelaten. Op een bepaald moment speelde zij Td6 en kon mijn paard met tempowinst weer naar e4 springen. Ik won de pion op f2 met schaak, ging weer terug met de toren naar a2, en had dus met schaakjes de remise kunnen forceren.
Een lange partij en het programma bood drie kwartier pauze. Snel met de hometrainer (= op de fiets naar huis) op pad, twee sneetjes roggebrood, de partij invoeren in de computer, twee bekers melk, wat schone kleren en weer terug naar Lapershoek. Daar trof ik Jasper Zwirs als tegenstander, de jongere broer van Nico neem ik aan. Deze partij laat zijn talent zien. Vooral indrukwekkend vind ik 17…b5, een pionoffer voor een veld (d5). Daarna de krachtzet 22..g5. Twee zetten later staat zwart definitief gewonnen, wat wordt bekroond met 25…e5! Ook in de analyse achteraf bleek hoe moeilijk het is om de zwarte aanval te keren. Alle complimenten aan mijn tegenstander, voor mijn score helaas een slechte afsluiting van een mooi toernooi.
De prijsuitreiking werd verricht door Mevrouw Kraaijeveld, staatssecretaris en oud-burgemeester van Hilversum. Zij had zich goed voorbereid, hield een goed betoog over vrouwen/damesschaak, en citeerde uit de boeken van haar overleden echtgenoot Jan Kraaijeveld, gewaardeerd lid van HSG. Tamelijk moe ging ik om half acht naar huis. Het volgende toernooi is in Amsterdam.
Tot ziens aan of bij het schaakbord, of ergens anders.
Herman van Engen